Texelse Kunstenaarsvereniging ZOUT

Thuis bij de kunstenaar.




Beste Zoutleden
Zoals onze voorzitter Joep onlangs aankondigde hebben we het plan opgevat onze Zoutleden te bezoeken en die een aantal vragen te stellen over hun kunstenaarschap. Dit met als doel de leden onderling meer bekendheid over elkaar te verschaffen.
De eerste kunstenaar h
ebben we zelf gekozen. Daarna is het de bedoeling dat de ge-interviewde kunstenaar een ander aanwijst. Iemand waar hij of zij erg nieuwsgierig naar is.
Wij zijn begonnen met Ciska Rook, met name ook omdat zij twee keer de Pieter van Schelt Publieksprijs heeft gewonnen en dat is niet niks.






We werden gastvrij ontvangen door Ciska en konden plaatsnemen buiten in haar gezellige tuin onder het genot van een kopje thee en heerlijke koekje.
We stelden haar de volgende vragen:
Kun je iets van je achtergrond vertellen?
Ik ben geboren en getogen in Rotterdam  en op mijn 24e verhuisd naar de Hoekse Waard. Daar heb ik samen met Rob en de kinderen 40 jaar gewoond. We wonen sinds 2017 op Texel. Op school was ik altijd al bezig met tekenen en daarop kreeg ik de hoogste cijfers van alle vakken die ik had. Later ben ik gaan schilderen. Maar altijd, vanaf vroeger heb ik kleine tekeningen gemaakt.
Welke kunstvormen maak je?
Ik ben “vroeger” begonnen met schilderen. Vooral portretten en dan met name van de kleinkinderen. Ik kan nooit twee achter elkaar maken, want dan zit ik er nog teveel in. Dan ga ik over op wat anders, maar portretten hebben mijn voorkeur. Omdat ik van het realistische af wil ben ik met andere materialen begonnen zoals beton en gips., iets met structuur. Dan moet je wel vrijer werken en komt er beweging in.  Het moet namelijk een schilderij worden en geen foto.
Wat motiveert je om kunst te maken?
Sinds wij op Texel wonen heb ik de rust om te schilderen. Ook het hebben van een eigen plek om te werken motiveert mij. We hadden dit huis nog niet eens gekocht, maar toch zag ik al mogelijkheden voor een eigen atelier.  Ook het winnen van de Publieksprijs motiveert mij.
Welke invloed heeft (het wonen op) Texel voor je?
Texel als onderwerp van mijn schilderijen heb ik niet. Tussen de portretten door probeer ik wel eens  wat, maar het is niet echt “mijn ding”. Wel de rust van Texel. Ik heb hier meer tijd en rust en dat is mijn persoonlijke invloed die ik krijg van Texel.
Twee keer de Pieter van Schelt Publieksprijs. Wat doet het met je?
Ik zie het toch als een gevoel van waardering. Ik voel me er wat zekerder door. Maar ook het lidmaatschap van Zout doet me goed. Zout inspireert mij om te gaan schilderen. Het is een middel om mijn werk te laten zien, evenals in mijn eigen atelier.  Werken met een thema spreek mij ook zeer aan.
Wat is je favoriete eigen werk en kun je omschrijven waarom?
Dat is eigenlijk mijn laatste werk waar ik mee bezig ben voor Zomerzout. Daar ben ik het meest trots op. Misschien omdat ik met dit werk met een nieuwe techniek bezig ben.  Hier kan ik veel in kwijt en het is een nieuwe uitdaging. .
Wie stel jij voor als volgende gast?
Carli van den Berg. Ik denk dat zij wel iets moois te vertellen heeft.



Het tweede bezoek van de rubriek “Thuis bij de kunstenaar” heeft plaatsgevonden. Dit keer is het gesprek bij Carli van den Berg. Zij is voorgedragen door Ciska Rook omdat ze heel benieuwd is naar het verhaal van Carli als kunstenaar. De ontvangst is allerhartelijkst in haar paradijsje aan de Krimweg. Onderstaand haar verhaal.


Kun je iets van je achtergrond vertellen?

Ik ben geboren  boven de kantoorboekhandel, lichtdrukkerij en kunstschilderswinkel van mijn ouders in Zeist. Later ben ik daar ook gaan werken, maar dat beviel me niet. Ik ben niet geschikt als verkoopster.  Maar wat dan wel. Niemand wist wat ze met me aan moesten, want ik was een vrijbuiter. Ik bedacht dat ik iets voor mensen wou betekenen en ging voor een goed doel werken. Dat was binnen een instelling voor verstandelijk gehandicapten.  Mooi dat ik er zo terecht kwam, want anders had ik dit nooit gekozen. Met dit werk kreeg  ik honderd gulden per maand en de rest ging naar een goed doel zoals amnestie International. Ik heb er veel geleerd, maar ik was in het begin wel in shock. Ik moest deze mensen wassen, maar had op die leeftijd nog nooit een blote man gezien.  Ik ben heel blij dat ze me deze kans hebben gegeven. Heb uiteindelijk ook mijn z-diploma gehaald.
Daarna heb ik van alles gedaan. Ik ben secretaresse geweest op een advocatenbureau, doktersassistente, zwembadjuf en waarnemend hoofd van een kindertehuis.
In 1995 kregen mijn man en ik, met ons kind een zwaar auto ongeluk in Zuid Frankrijk. We hebben toen echt een engeltje op onze schouder gehad, want we dachten dat het afgelopen was. Daarna is de wereld voor mij totaal veranderd.  Ik had er een trauma aan over gehouden en zo kwam ik in de kunstzinnige therapie terecht.  Daar werd mij geadviseerd de kunst in te gaan. Ik heb toen een 4-jarige (beeldende) kunstopleiding bij Artibus in Utrecht gedaan.
Welke kunstvorm(en) maak je?
Ik schilder met acryl en waterverf, maar eigenlijk met alles waar je maar mee schilderen kunt. In principe schilder ik op papier en doek, maar heb ook schalen, vazen, kastjes en dergelijke beschilderd.
Wat motiveert je om kunst te maken?
Kunst is voor mij het vertellen van verhalen. Eigenlijk praat ik  in mezelf als ik schilder. Op die manier krijgt het vorm op het doek.  Neem bijvoorbeeld het lied van Stef Bos “de maan is niet eenzaam”. Dat zing ik dan en dan gebeurt er van alles met me. Dan laat ik alles vallen en ga naar de vrijheid. Het is het verhaal  die ik in beeld probeer leven te geven. Kunst is een manier van vorm geven aan het leven. Het stralen, licht geven, verdriet, verlangen, alles naar boven laten komen, laten stromen.  Nu meer de berusting, ik heb alles wat mijn hartje begeert. Ja, kunst geeft kleur aan het leven.
Welke invloed heeft (het wonen op) Texel op je kunst?
Vanaf het ongeluk (ik durfde geen verre reizen meer te maken) gingen we naar Texel. Het heeft altijd een grote invloed op mijn werk gehad. Sinds 7 jaar wonen we nu op Texel. Daarvoor waren eigenlijk al mijn schilderijen vol van verlangen naar dit eiland. Nu we hier wonen is er meer rust in mijn werk en staat de natuur, de zee, het water meer centraal. Ik hou van water, ga als het kan iedere dag naar zee, maak daar gedichtjes (voor mezelf), waar ik ook wel weer schilderijen op maak. Aan het strand schrijf ik eerst in mijn dagboek en neem een frisse duik in de zee. Zwemmen is mijn passie. Het in de zee liggen geeft me een enorme gelukzalige en vrije gevoel. Ja, Texel kun je intens voelen.
Wat is je favoriete eigen werk en kun je omschrijven waarom?
Het is al een iets ouder werk. Ik ben namelijk in november gestopt met roken en sinds die tijd schilder ik bijna niet. Het atelier, roken, even rust nemen zijn blijkbaar nog steeds verbonden. Ik hoop daar van de winter los van te zijn en weer helemaal los te kunnen gaan in mijn atelier.  Bij mijn favoriete werk heb ik het gelukzalige gevoel kunnen vastleggen wat zwemmen mij geeft. Dit schilderij zal ik nooit weg doen. Het is me zeer dierbaar.
Wie stel jij voor als volgende gast?
Ik kies voor Paulien Valk. Ik vind dat ze interessante dingen doet en ben benieuwd wat ze hierover te vertellen heeft.


Het volgend bezoekje is bij Paulien Valk. Paulien is voorgedragen door Carli van den  Berg. Carli vindt dat Paulien veel uiteenlopende kunst maakt en heeft daar veel bewondering voor. Ze is benieuwd naar wat Paulien te vertellen heeft.

Judith en ik (Greet) komen gelijktijdig aan en Paulien komt net terug met haar hond. We gaan het gezellige atelier binnen en hebben een interessant gesprek.
Kun je iets van je achtergrond vertellen?
Ik kom van oorsprong uit Alkmaar. In Amsterdam heb ik de kunstacademie gevolgd en mijn onderwijsbevoegdheid behaald.
We gingen vaak op vakantie naar Texel. Mijn man en ik vroegen ons op een gegeven moment af waar we zouden willen wonen en onze kinderen laten opgroeien. We kwamen op Texel uit en in 2000 hebben we dit huis gekocht. Veel Texelaars zullen weten waar het is als ik zeg dat moeder Witvliet hier woonde. Hier heb ik nu mijn eigen atelier. Ik geef er workshops en cursussen voor kinderen en volwassenen. Sommige kinderen begonnen toen ze 9 jaar waren en zijn nu inmiddels 16.  Door de corona vielen veel workshops uit en nu heb ik dan ook een baan op school als docent beeldende vorming.  Binnenkort beginnen ook de cursussen in mijn eigen atelier weer.
Welke kunstvormen maak je?
Ik heb een klassieke opleiding, dus tekenen en schilderen. Nu doe ik veel verschillende dingen, maar tekenen blijft de basis en dat associeer ik met van alles. Vogels is een dankbaar onderwerp, maar zo heb ik ook eens een muurschilder-project gedaan. Een kunstwerk maken met een groep mensen. Zo mocht ook ieder dorp een eigen kunstwerk kiezen. Ik ben er best wel trots op dat mijn kunstwerk gekozen is voor het dorp Oudeschild. De fuik staat bij het Waddenstrandje en een echte blikvanger. Ik hou ook erg van grafisch werk. Kortom ik bruis van de ideeën.
Wat motiveert je om kunst te maken?
Mijn drive om wat te maken. Als ik niet aan het werk ben voelt het niet goed. Ik speel met de onderwerpen. Ik voel mezelf een speler en wens mezelf toe dat ik blijf spelen. Zo gaat er ook wel eens wat mis en dan gaat het de prullenbak in.  Ik wil ook graag dat cursisten dit proces ingaan. Ik wil altijd dat mensen gaan spelen, anders raken ze verstijfd. Het moet geen foto zijn, het moet losser.  Vaak zijn mensen erg resultaatgericht. Als je dat los kunt laten wordt het veel leuker. Het lesgeven is ook leuk. Het is een kwetsbaar proces. Het is leuk om tee zien hoe iemand keuzes maakt.
Welke invloed heeft (het wonen op) Texel op je kunst?
Ik hou van de ruimte en de natuur op Texel., maar ik haal er niet altijd een onderwerp uit.
Wat is je favoriete eigen werk en kun je omschrijven waarom?
Dat is heel moeilijk voor mij. Ik heb wel met thema’s of ideeën gewerkt wat ik goed vond. Bijvoorbeeld mijn werk bij de OSG, het Hospice of de fuik. Ik ben wel erg kritisch op mezelf, heb er altijd nog wel weer een opmerking over. Maar ik sta er niet te lang bij stil, want dan heb ik allang weer nieuwe ideeën. Mijn basis blijft tekenen, dat blijft terug komen. Maar ik hou ervan om uit mijn comfort zone te komen, maar dat werkt ook wel weer eens tegen mij.
Wie stel jij voor als volgende gast?
Cobie Bremer. Haar werk is zo anders dan dat van mij. Ik ben heel benieuwd. 



De kunstenaar die we nu bezoeken is Cobie Bremer. Cobie is voorgedragen door Paulien Valk. Ze vindt het werk van Cobie zo anders dan dat van haar en is benieuwd wat Cobie te vertellen heeft.
Het is een stormachtige middag, maar eenmaal binnen bij Cobie genieten we naast een kopje koffie van het prachtige uitzicht. Waar we ook zitten of staan, het uitzicht is geweldig. Maar, dan nu het verhaal van Cobie. Cobie is de eerste kunstenaar die we interviewen die een echte Texelse is.
Kun je iets vertellen over je achtergrond.
Cobie is geboren en getogen in Oosterend. Van jongs af aan is ze bezig met textiel, handwerken, breien en naaien voor poppen.  Textiel in allerlei facetten loopt als een rode draad door haar leven. Ze heeft van deze passie haar werk gemaakt door een opleiding textiele werkvormen te volgen. En zo heeft ze jarenlang les  gegeven in deze richting.
In 2016 is ze gestopt met werken en sinds die tijd is ze kunstzinniger met de materie aan de slag gegaan. Ook nadat ze gevraagd is om te komen exposeren in de Hoeksteen. Het stimuleert Cobie als ze wat verkoopt, want als ze de kast vol heeft doet ze weinig meer. Als het de deur uit is krijgt ze de drang weer wat te maken. Van het geld dat ze ermee verdient kan ze weer materialen kopen en experimenteren met nieuwe dingen.
Cobie is vanaf het begin lid van Zout.
Welke kunstvormen maak je?
Cobie heeft gekozen voor textiel. Ze is ook nog aan het schilderen geweest, maar er zijn  al zoveel schilders dat ze toch maar bij het textiele materiaal gebleven is. Dat past ook het beste bij haar, vindt ze. Het is ook ontstaan doordat ze bezig was met zijde schilderen. Toen heeft ze het wol en vilt ontdekt. Met wol kun je vele kanten op en het leent zich voor leuke experimenten.  Een enkele keer maakt ze kleding zoals een jurk of een trui, maar het is omslachtig en ze doet het te weinig. Ook maakt ze sjaals en sieraden, maar vaker grotere objecten van wol en zijde dat vervilt wordt. Cobie heeft ook tassen van leer gemaakt, maar… haar passie voor textiel overwint steeds.
In 2017 won Cobie de Publieksprijs, Het was een uitdaging, je mocht, vanwege de beperkte ruimte, maar een smal werkje inleveren. Ze heeft toen een smal, hoog werk gemaakt dat aan het plafond kon hangen.  Daarmee won ze de prijs, het was een toppertje. Met Klifhanger werd deze verkocht.
Wat motiveert je om kunst te maken?
Mijn handen zijn graag bezig. Ik ben van nature wat makkelijk, maar mijn handen willen wat doen. Het stimuleert mij om te experimenteren en wat nieuws, iets kunstzinnigs te maken als de muur leeg is.  Ik werk abstract, maar het stelt wel iets voor.  Zo komt Winterzout ineens met het thema “uit balans”. Ik vind het dan een uitdaging om daar iets van te maken. De vorige week verkocht ik iets wat ik in opdracht had gemaakt. De mensen hebben iets uitgezocht naar aanleiding van een klein werkje. Ik vind het dan spannend of ze het mooi vinden, maar het stimuleert en motiveert me ook. Kortom de uitdagingen motiveren mij.
Welke invloed heeft (het wonen op Texel) op je kunst?
Die invloed kun je in mijn kleuren zien. Ik werk veel met blauw. Trouwens, tegenwoordig ook veel in wit, maar de structuur/textuur blijven vaak golven, vloedlijn en kwallen. Maar niet altijd, want de Publieksprijs had bijvoorbeeld niets met Texel te maken. Op onze vraag of ze ook workshops geeft, geeft Cobie aan dat niet te doen. Ze heeft haar hele leven met veel plezier les gegeven, maar wil nu voor zichzelf bezig zijn. Het zou van haar eigen tijd af gaan en dat vindt ze jammer.
Wat is je favoriete eigen werk en kun je omschrijven waarom?
Dat is moeilijk, maar ik  vind het tentenkampje dat ik in 2017 gemaakt hebt voor Klifhanger wel heel erg mooi. Ik mocht hieraan meedoen omdat ik de Publieksprijs had gewonnen. De tweede keer dat ik aan Klifhanger meedeed, was het thema “erfgoed, het tuinpad van mijn oma”. De tuin van mijn oma bestond uit gras en bomen, maar ieder jaar kwamen er sneeuwklokjes tevoorschijn. Zo ontstonden mijn sneeuwklokjes. Maar nee, ik blijf toch bij het tentenkampje als mijn mooiste/spannendste werk.
Wie stel jij voor als volgende gast?
Peter Huisman.  Ons werk heeft veel overeenkomsten. Hij werkt met hard materiaal, hout en ik met zacht materiaal, wol. Maar het heeft dezelfde uitdrukkingen. Wit, zwart, hard, zacht, het voegt goed. Ben erg benieuwd wat hij daarvan vindt.



De kunstenaar die we nu bezoeken is Peter Huisman. Peter is voorgedragen door Cobie Bremer. Cobie vindt dat hun werk veel overeenkomsten heeft. Peter werkt met hard materiaal, hout en zij met zacht materiaal, wol. Maar het heeft dezelfde uitdrukkingen. Cobie is erg benieuwd wat hij daarvan vindt.
Kun je iets vertellen over je achtergrond.
Alweer een echte Texelaar, Peter Huisman. De achtergrond van Peter is de keuken, Hij is  23 jaar chef kok in de catering geweest. Dat heeft hij altijd met plezier gedaan, maar hij vroeg zich op een gegeven moment toch af of hij dat zijn hele leven zou willen blijven doen. Vaak in het weekend en met de feestdagen werken, dat eist toch zijn tol. Hij heeft de overstap gemaakt en werkt nu met hout, metaal en kunststof bij Expotise.
Hij werkte al veel met hout als hobby. Bijna alle meubels en accessoires, thuis maar ook voor zijn kinderen, zijn door hemzelf gemaakt. Je kunt zeggen dat hij een autodidact meubelmaker is.
Welke kunstvormen maak je?
Naast het maken van meubels was zijn volgende stap het maken van kunst van hout. Peter heeft zich nog even op het pad van het tekenen en schilderen begeven. Zo heeft hij omslagen gemaakt voor “Eigenwijs” de schoolkrant van de LTS, heeft nog abstract geschilderd maar bedacht dat een ander dat beter kon dan hij.
Dus hij kon er niet omheen, hij wou kunst maken van hout. Dat ging hem goed af en de kinderen stimuleerden hem om lid te worden van Zout. Dat vond Peter nog wel even wat, want hij dacht dat dit een elitair groepje kunstenaars zou zijn. Maar hij heeft de stoute schoenen aangetrokken en heeft daar absoluut geen spijt van. Hij voelde zich warm ontvangen en zo voelt hij het nog steeds.
Peter maakt werken van gebruikt hout, dus wat anderen weggooien zoals tafels, kasten en planken. Een van zijn eerste werken  is gemaakt van tafelpoten (foto onder interview). Die zal hij nooit weg doen al krijgt hij nog zoveel geld geboden.
Ik heb mijn eigen stijl vertelt Peter, ik maak eerst een schets of maak een foto van iets in de natuur. Ik heb me alles zelf aangeleerd. Ik heb nagedacht over wat je kunt maken van verschillende, gebruikte houtsoorten.
Wat motiveert je om kunst te maken?
Ik vind het zelf erg leuk om uit het niets iets te creëren. Ik maak dingen die ik leuk vind om te maken. Ik raak ontroerd als anderen iets mooi vinden wat ik heb gemaakt. Helemaal als ze er dan ook nog een verhaal bij hebben, waarom het hun raakt. Zo heb ik eens iets verkocht aan een collega. De vader van zijn vriendin is vroeg overleden.  Ze raakte ontroerd en was in tranen door een werk van mij. Door de golven en het strand hierin kwamen herinneringen bij haar boven en dit raakte haar. Dit geeft een extra dimensie aan mijn werk en dat ontroerd mij dan weer. Aan de andere kant vind ik het weer leuk om te vertellen hoe iets tot stand is gekomen, wat voor voorwerp het eerst is geweest. Het is toch prachtig als je kan vertellen dat een kunstvoorwerp eerst een oude tafel is geweest.  “Out of the box” denken noem ik dat, iets met je handen creëren. Heerlijk om iets samen te stellen met een geheel andere dimensie. Ik ben “jutter” op de Meierblis, ik heb een klein schuurtje met opslag en buiten aan de picknicktafel werk ik.  Hier kan ik mijn grenzen verleggen.
Ik vind het ook leuk om te suppoosten tijdens een expositie. Vaak zijn er fijne gesprekken en het is leuk om iets van ieders werk te vertellen. Ik krijg van Zout dus ook inspiratie.
Welke invloed heeft (het wonen op Texel) op je kunst?
De natuur op Texel is mijn inspiratie, het strand, het water, het lijnenspel. De natuur in allerlei vormen. Kijk op het strand als het water weer wegloopt. Dat lijnenspel met steentjes, ik geniet ervan. Ik heb iets met golven… en dan…. heb ik ineens kunst met golven wat eerst blokjes waren, ik heb rood eiken met een koperen lijst/buis. Ik heb iets prachtigs gemaakt! Ook maak ik wel foto’s op het strand wat ik later vertaal in een golfbeweging. Of als ik met de hond loop en ik zie de druppels in een plas vallen, dan is er weer een idee geboren.
Wat is je favoriete eigen werk en kun je omschrijven waarom?
Mijn eerste werk dat ik heb gemaakt en waar ik het net over had. Dat is me dierbaar en blijft hier in huis. Ook het ronde werk met de hollingen erin (foto boven), heb ik iets mee en gaat niet weg. Ik zou hem namelijk niet voor een tweede keer willen maken. Mijn werken moeten unica ’s zijn, ik blijf bij mijn principes. En ik heb ideeën genoeg want kunst maken werkt verslavend.
Wie stel jij voor als volgende gast?
Dat vind ik een lastige. Maar wat Cobie zei over dat harde en zachte herken ik wel. Ik ga dus weer terug naar het zachte en zou het leuk vinden wat te horen over het werk en de werkwijze van Marga Loos. Dat “schilderen” met textiel boeit me zeer.


De kunstenaar die we nu bezoeken is Marga Loos. Marga is voorgedragen door Peter Huisman. Peter gaat weer terug naar het zachte materiaal en zou het leuk vinden wat te horen over het werk en de werkwijze van Marga Loos. Dat “schilderen” met textiel boeit hem zeer.

Kun je iets vertellen over je achtergrond.
Mijn wieg heeft in Eindhoven gestaan en daar heb ik tot en met de middelbare school gewoond. In Utrecht ben ik biologie gaan studeren en heb daar tevens mijn 1e graads leraren bevoegdheid gehaald. In Utrecht heb ik ook mijn echtgenoot leren kennen. In de jaren tachtig waren er geen banen in de biologie en zo werd ik fulltime huisvrouw en moeder. Mijn man kreeg een baan op Texel en ik stortte me op het vrijwilligerswerk. Zo was ik actief als hulpmoeder, leesmoeder, knutselmoeder, in de ouderraad en medezeggenschapsraad etc.  Toen iedereen eraan gewend was dat ik geen betaalde baan had, want dat was wel raar als je een academische graad had, werd ik door de OSG gevraagd om inval docent biologie te worden. En zo kreeg ik in 1998 een ideale baan. Een fijne werkomgeving en vrij als de kinderen ook vrij waren.
Van jongs af was ik al bezig met textiel. Op 6 jarige leeftijd mocht ik al op de trapnaaimachine van mijn moeder aan de slag. Verder heb ik alle handwerkvormen wel beoefend: breien, borduren, macramé, kantklossen, haken, enz. Voor de kinderen werd veel gebreid en kleding genaaid. Op Texel ben ik ook begonnen met het maken van karakterpoppen van FIMOklei. Rond 2000 had ik door de weeks geen vrije ochtenden meer, terwijl s’ ochtends juist mijn meest creatieve dagdeel is. Het poppen maken stopte, maar het werken met mooi materiaal bleef kriebelen dus ben ik overstapt op patchwork.
Welke kunstvormen maak je?
Het klassieke patchwork en quilten vond ik wel leuk, maar ik wilde buiten de gebaande paden gaan bij het verwerken van stoffen. Tijdens het quilten wordt door de meeste quilters alles min of meer plat genaaid. Ik vind juist dat de textuur van de stof beter tot zijn recht komt als er minder genaaid wordt. Ook wordt er door de huidige artquilters vaak verf gebruikt om accenten aan te geven. Ik probeer zoveel mogelijk alleen stof en garen te gebruiken, waarbij mijn sterke voorkeur uitgaat naar effen stoffen met zoveel mogelijk variatie in tint. Ik heb van een woonwinkel eens een stalenkaart gekregen met wel 150 kleurschakeringen in zijde. Dan kom ik heel gelukkig thuis. Inmiddels verf ik zelf ook effen stoffen waarbij je dan door de verf te verdunnen veel lappen krijgt die net iets van kleur verschillen. En zo is mijn “schilderen met lapjes” ontstaan. Ik vind het mooi dat de stoffen hun eigen weg gaan.
Het is wel een bewerkelijke techniek. Per “schilderij” ben ik gemiddeld toch wel zo’n 100 uur bezig. Maar het is prachtig werk.
Wat motiveert je om kunst te maken?
Ik vind het fijn om iets moois te maken van materialen die ik mooi vind. Mijn motivatie is het ermee bezig zijn, de uitdaging om voor elkaar te krijgen wat ik voor ogen heb.  Ik wordt geïnspireerd door iets, bijvoorbeeld een foto en geef er dan mijn eigen invulling aan. Ik laat dingen weg en kies mijn eigen stoffen en kleuren. Sommige kleuren heb ik niet of zijn er niet en dan zoek ik naar een andere oplossing. Uiteindelijk gaat de foto een keer weg en gaat het werk zijn eigen leven leiden. Dat kan in het begin van het proces zijn of later, maar de foto gaat weg. Dat blijft ook de uitdaging, er mijn eigen draai aan geven. Ik ben altijd op zoek naar nieuwe “beelden” en kleurschakeringen. Als ik dan veel kleurschakeringen kan verwerken, ben ik heel gelukkig.
Welke invloed heeft (het wonen op Texel) op je kunst?
De grootste invloed is dat ik het meest van organische beelden houd. En van de zee. Dat is wat Texel doet in mijn werk.
Wat is je favoriete eigen werk en kun je omschrijven waarom?
Mijn favoriete werk is verkocht.  Het is gemaakt naar een schilderij van John William Waterhouse: “Boreas”. Ik heb er wel veel vrijheid in genomen om bijvoorbeeld ook dingen los te laten hangen. Er zit alles in, subtiele kleuren, geplooide stof, enz. Het klinkt eigenwijs, maar ik vind mijn werk mooier dan het schilderij. De stof voegt een extra dimensie toe.  Ik heb het met een beetje pijn in mijn hart verkocht, maar gunde het aan de mevrouw die haar verhaal erbij deed waarom ze het zou willen hebben. Toen ging ik overstag. Dat geeft wel weer ruimte om een andere te maken.
Wie stel jij voor als volgende gast?
Het lijkt me interessant als Marijke Bakker haar verhaal doet. Ik maak werk/beelden uit de vrije natuur omdat ik wil laten zien hoe mooi de natuur is. Meer zit er niet achter. Bij Marijke zit er altijd een gedachte achter haar werk, filosofisch, biologisch, troost, dood, verbinding of juist scheiding. Dat intrigeert mij. Het is een leuk contrast.


Marijke Bakker is alweer de zevende kunstenaar die we bezoeken. Marijke is voorgedragen door Marga Loos die het zo boeiend vindt dat Marijke haar werk altijd een achterliggende gedachte heeft, terwijl dat bij haar veel minder het geval is.

Marijke praat graag en met passie over haar werk.
Lees onderstaand haar verhaal:
Marijke in haar atelier
Kun je iets vertellen over je achtergrond.
Ik ben geboren in Haarlem en opgegroeid in De Haag. Daarna ben ik gaan studeren in Amsterdam.  Ik wou graag psychologie studeren, maar dat was te duur en meer voor hun zoon vonden mijn ouders. Mijn tante adviseerde toen handvaardigheid en kinderverzorging ( N XX). Daarbij kwam ook pedagogie kijken en dat was wel in mijn straatje. Evenals de handvaardigheid want als kind was ik al een echte knutselaar. Ik bouwde tentenkampjes en werkte, ook in mijn opleiding, met hout, klei, pitriet, te veel om op te noemen.
Toen ik afgestudeerd was kreeg ik een baan op Texel. Ik gaf daar allerlei vakken, eerst handvaardigheid en kinderverzorging.
De handvaardigheid werd echter steeds technischer.  Er werd ook met metaal gewerkt. Er zaten 28 kinderen in de klas Als die met elkaar aan het metaal kloppen waren moest ik ‘middags bijna een borreltje nemen om bij te komen.
Ik ben toen helemaal overgestapt naar theoretische lessen: verzorging in de bovenbouw Mensen begeleiden vind ik geweldig. Dat heb ik 20 jaar met veel plezier gedaan. Maar toen vond ik het toch weer tijd voor een nieuwe uitdaging. Ik ging werken voor de LWOO, leerweg ondersteuning voor leerlingen die in het reguliere onderwijs niet mee kunnen komen. Bijvoorbeeld kinderen met autisme, adhd, of leerproblemen. Het was een uitdagende baan en ik kon meer vakken geven zoals biologie, maatschappijleer, maar ook in de tuin werken en koken.  Er werd gewerkt aan de hand van een persoonlijk leerplan. Het was veel individueler werken , je bouwde een band met ze op. Ik heb dit dan ook met veel plezier tot aan mijn pensioen gedaan.
Wat mijn achtergrond in de kunst betreft, vertelde ik al dat ik als kind altijd al aan het knutselen was. Door mijn werk kon ik daar minder inhoud aan geven en toen ik gepensioneerd was had ik echt het idee dat ik weer wat met mijn handen wou gaan doen. Ik kreeg een rare droom die steeds terug kwam: Mijn kind lag op zolder en die had ik in 6 weken geen eten gegeven. Volgens een deskundige verwijst dat naar het kind in jezelf en moest ik mijn creativiteit weer gaan gebruiken. Ik heb altijd van keramiek gehouden en daarom ben ik toen op cursus gegaan bij Ellen de Vries waar ik veel van geleerd heb.  Maar Ellen stopte met haar cursussen en toen ben ik op cursus gegaan bij Carla Offerhaus. Daar mocht je echter niet hakken . Daarom ben ik toen een 3-jarige opleiding  Ruimtelijk Vormgeven bij Crejat in Alkmaar gaan volgen.
Welke kunstvormen maak je?
Het ruimtelijk vormgeven van hout, metaal, steen, klei en gips, kosteloos materiaal, papier maché en hout. Mijn beelden zijn vaak wit, soms zwart.
Ik gebruik veel verschillende technieken, afhankelijk van mijn onderwerp, ook vind ik het leuk om verschillende materialen samen te voegen.
Wat motiveert je om kunst te maken?
Ik heb vaak een idee in mijn hoofd, een mening, een gevoel, ik vind ergens wat van en dat wil ik vorm geven. Dan de vraag welke  materialen daarbij passen. Zo ben ik nu erg bezig met dementie. Ik wil de warrigheid in het  hoofd van dementerenden weergeven . Dan koop ik een spinnenwiel om grof, warrig te spinnen. Deze zomer ga ik in Oudeschild met een groep spinnen in het museum. En thuis maak ik een dement hoofd waar je in kunt kijken, de warrigheid kunt zien. Mijn onderwerpen zijn vaak menselijke problemen  en emoties, maar ook vaak geïnspireerd op de politiek, zoals de inzending voor zomerzout: “bestuurder” die gaat over premier Rutte en de kloof met de maatschappij.
Welke invloed heeft (het wonen op Texel) op je kunst?
Texel is niet van invloed in mijn werk.  Ik ga wel graag de natuur in, het ondergaan, maar niet maken. De natuur is al mooi, daar hoef ik niks aan toe te voegen. Ik ben liever bezig met mensen, hun ontwikkeling en ook hun emoties. Dat boeit mij altijd.
Wat is je favoriete eigen werk en kun je omschrijven waarom?
Dat verschuift in de loop van de tijd. Nu het beeld wat ik het laatst heb gemaakt. Het beeld ging over Corona, ziekte, kwetsbaarheid  en troost. Het elkaar nodig hebben. Een wat hulpeloze figuur, een soort dier, ondersteund door een houten stronk. Ik kan het niet laten zien, het is verkocht.
Wie stel jij voor als volgende gast?
Juul Molenaar. Ze is nog niet zo heel lang lid van Zout. Maar maakt al heel lang mooie dingen. Ik ken haar uit de tijd bij Ellen de Vries. Ik was toen een beginneling en zij maakte al heel mooie dingen. Ze weet mensen goed te treffen en heeft ook vaak humor in haar werk. Ze beeldt ook altijd iets uit, bijvoorbeeld emoties of de rol van de vrouw. Ik heb respect voor haar en ben benieuwd naar haar verhaal.


Dit keer zijn we op bezoek bij Juul Molenaar. Juul is voorgedragen door Marijke Bakker. Marijke vindt dat Juul mensen vaak goed weet te treffen en vaak humor in haar werk. Heeft.  Ze beeldt ook altij d iets uit vertelt Marijke, bijvoorbeeld emoties of de rol van de vrouw. Marijke heeft respect voor haar en is benieuwd naar haar verhaal.

Onderstaand lees je het verhaal van Juul die ons gastvrij ontvangt in haar mooie huis in Oosterend.
Kun je iets vertellen over je achtergrond.
Ik ben geboren in Haarlem en heb daar tot mijn 22e  met veel plezier gewoond. Daarna heb ik in Amsterdam gewoond en vervolgens in een huurflat in Alkmaar. Vandaar zijn we naar Julianadorp verhuisd. Vanaf het moment dat mijn man en ik elkaar kenden gingen we naar Texel op vakantie. Toen we in Julianadorp woonden gingen we ieder weekend naar Oosterend. Het was dan ook duidelijk dat we ooit op Texel zouden willen wonen. We gingen solliciteren en hadden afgesproken dat we zouden gaan als één van ons een baan op Texel zou kunnen krijgen. Dat lukte mij als eerste. Ik kreeg een baan als parkadministrateur. Financiën in de breedste zin van het woord.
Welke kunstvormen maak je?
Ik ben altijd wel met schilderen en boetseren bezig geweest. Maar voor mij is de fijnste kunstvorm keramiek. Ik ben ermee begonnen toen we op Texel kwamen wonen en ging op les ging bij Ellen de Vries. Helaas stopte Ellen een paar jaar terug. Maar dat het een leuke en enthousiaste groep was mag duidelijk zijn want we zijn nog altijd met hetzelfde clubje aan het kleien. Ik bind me aan niks, ik doe van alles, abstract, figuratief en ik maak zelfs truttige vogeltjes.  Ik teken eerst en maak schetsen om vooral ook de maatvoering (voor de oven) in de gaten te houden. Ik houd ervan om rondingen van vrouwen te maken. Ik zou me het liefst toe willen leggen op het maken van alleen maar torso’s.  Ik heb ook een grappig biggetje gemaakt en kijk “zelfs daar kon ik me uitleven op de ronde billen van het biggetje” (vertelt Juul lachend). Ook hou ik me wel bezig met Raku stoken. Ook een fijne bezigheid. Altijd verrassend hoe het eruit komt te zien.
Wat motiveert je om kunst te maken?
Het is meer een levensnoodzaak. Ik heb het nodig om me te uiten, om bezig te zijn. Het is een soort meditatie.  Ik heb gefotografeerd en geschilderd en dat deed ik dan bij vlagen. Maar met klei werken dat kan ik iedere dag doen. Het is mijn passie. Het is heerlijk om scheppend bezig te zijn en vind het dan de kunst om er spanning in te brengen.
Welke invloed heeft (het wonen op Texel) op je kunst?
Helemaal niet. Het is echt niet van invloed op mijn werk. Ik heb ooit eens de Schorren gemaakt, maar verder niet. Er komt gewoon iets in mijn hoofd en dat maak ik dan. Ik zie er iets in, maar dat vertel ik niet. Ik vind het prima als iemand er iets in ziet en dan kan voor iedereen verschillend zijn. En dan is het goed.
Wat is je favoriete eigen werk en kun je omschrijven waarom?
Wat mijn favoriete werk is kan ik niet echt zeggen, wel het meest dierbare. Dit werk heet “gevangen in pijn” (zie foto) en zegt iets over mijzelf. Hoe ikzelf jarenlang vastgezeten heb in pijn.
Wie stel jij voor als volgende gast?
Peter Ampt. Ik vind hem veelzijdig  qua onderwerpen in zijn fotografie en heb bewondering voor hoe hij naar dingen kijkt. Bovendien is het een sociaal mens. Ik zou hem hier graag in de schijnwerpers willen hebben.



Het volgend interview is met Peter Ampt. Peter is voorgedragen door Juul Molenaar.  Juul vindt hem veelzijdig  qua onderwerpen in zijn fotografie en heeft bewondering voor hoe hij naar dingen kijkt. Bovendien is het een sociaal mens zegt Juul. Ze zou hem hier graag in de schijnwerpers willen hebben.
Dus dan nu het woord aan Peter Ampt.
Kun je iets vertellen over je achtergrond.
Ik ben geboren in Baarn. Omdat mijn vader onderwijzer was, verhuisden we nogal eens. Ook ik ben opgeleid als onderwijzer en heb mijn vrouw Koosje ontmoet aan de andere kant van de(onderwijzers)tafel.  We zijn getrouwd en hebben 3 jaar in Olst aan de IJssel gewoond. Toen werd ik hoofd van een school in Sleewijk, die ik ontwikkelde tot een school zoals ze later werden, kleuterschool en lagere school ineen. Ik ben er 6 intensieve jaren geweest. Zo was er ook een grote scheiding tussen openbaar en christelijk onderwijs. Ik heb me daar enorm voor ingezet en langzamerhand kwam het wat meer bij elkaar. Maar het was 80 uur per week werken, ik zag mijn oudste zoon amper. Ik ben er toen rigoureus mee gestopt. Er was een vacature op Texel en zo werd ik  leraar biologie en wiskunde op de Huishoudschool. Een onderwijzer had toen nog status, net zoals de dokter en de dominee, maar ik had wel te maken met meiden in de puberteit die al 3 leraren voor mij hadden weg gepest. Dat is ze met mij niet gelukt, een heel aantal kom ik nog regelmatig tegen. Ik heb op Texel en allerlei organisaties gezeten en heb op school allerlei fusies meegemaakt. Ik ging met 61 jaar met pensioen, in die tijd was dat nog mogelijk. We zijn altijd op Texel gebleven en wonen er nu zo’n 47 jaar. Als we hadden geweten dat het toerisme zo toe zou nemen, hadden we misschien een andere keuze gemaakt. Maar we hebben het naar de zin en wonen in een leuke buurt.
Welke kunstvormen maak je?
Fotografie. Daar ben ik in Hasselt mee begonnen, met een echte donkere kamer, samen met een vriend. Hij was een techneut, had een uitschuifbare balg camera voor het vergroten. Ik een simpele agfa clack camera. In Sleewijk en Olst had ik overigens al een donkere kamer, maar die was op het toilet. Mijn zoon van toen 7 jaar vond het magisch, hij vond het toveren. Een leuk verhaal is ook dat ik eens foto’s heb ontwikkeld met water uit de Merwede. Het was zo vervuild en er zaten zoveel chemicaliën in dat je er foto’s in kon ontwikkelen. Men zegt altijd dat je in de Merwede kunt verdrinken, in mijn tijd daar, loste je erin op. Maar goed langzamerhand ben ik overgestapt op digitaal, maar niet op het ouderwets fotograaf zijn. Ik fotografeer iets, eventueel nog eens, maar dan via een andere weg. Je moet eerst gewoon goed kijken en niet eerst 10 foto’s maken.  Eerst fotografeerde ik wat ik mooi vond, vaak vakantieverslagen. Later ben ik anders gaan kijken en werken. Ik snij wel eens foto’s bij, dat deed ik vroeger al, maar ik ben zeker geen fotoshopper.
Wat motiveert je om kunst te maken?
Fotografie boeit mij en is heel divers. Ik heb grote projecten gedaan en werk eigenlijk altijd via thema’s. Bijvoorbeeld “fietsen”. En dan kan het wel anderhalf jaar duren voor ik er voldoende waardevolle foto’s van heb om een boek van te maken. Een thema kan zomaar ontstaan. Soms zie je geen mensen, maar wel overal sporen van mensen, schoenen, peuken, blikjes….  Ik probeer mensen uit te dagen, ze te verwonderen, te kijken. Soms werk ik ook in opdracht. Een trouwerij, voorblad van het blad “Leeftijd”, dialectgroep “op sien Tessels”, een poster/flyer verzorgen en ook regelmatig voor Texels Welzijn. Ik vind dit leuk, je moet met mensen in gesprek wat ze willen en toch worden het eigen foto’s. Er is ook een grote wand met foto’s van mij in de Bureton.
En het motiveert mij om mensen anders te laten kijken. Schakel je verstand eens uit, laat je verwonderen. Ik vind het prachtig als drie verschillende mensen bij mijn expositie een ander verhaal hebben bij een foto van mij. Daarom doe ik ook vaak geen titels bij mijn werk. Eerst kijken wat het met je doet.
Welke invloed heeft (het wonen op Texel) op je kunst?
Nauwelijks. Ik heb wel een fotoboek met Texels werk, maar niet specifiek. Ik heb wel projecten gedaan voor de gemeente, bijvoorbeeld over de bermen van Texel. Ik heb toen een half jaar lang de bermen van Texel gefotografeerd met een afsluitende expositie in de kerk. Een leuke opmerking van een bezoeker “vanaf dit moment word ik weer bermtoerist”. Of over “ouderen in hun activiteiten” voor de stichting Texels Welzijn, een reizende expositie over alle dorpen.  Een schrijversgroep  heeft de teksten erbij gemaakt.
Wat is je favoriete eigen werk en kun je omschrijven waarom?
Dat is een abstract werk, maar dat kan ik helaas niet laten zien, die is verkocht en hangt in Maastricht. Het is een foto van een groot verweerd, metalen object. Maar kijk op de foto wijs ik hem aan.




Dit interview is met Lenie Steffen van Heerwaarden.  Ik werd zeer hartelijk ontvangen en het gesprek was in haar prachtige atelier. Lenie is voorgedragen door Peter Ampt. Het valt hem op dat Lenie zich blijft ontwikkelen en nieuwe wegen inslaat, geen vaste onderwerpen. Het is alsof Lenie zichzelf steeds opnieuw uitvindt.

Veel leesplezier gewenst.
Kun je iets vertellen over je achtergrond.
Ik ben geboren en getogen op Texel. Ik ben wel een aantal jaren van het eiland af geweest. Ik heb toen in Duitsland gewoond en gewerkt. Ik heb er onder andere bij een huisarts in de huishouding gewerkt, waar we in het weekend “Hering nach Hausfrauenart” maakten. Ik ging daar weg omdat ik weigerde met kerst te werken.
Dan wou ik toch echt naar Texel. Ik heb er nog in een fabriek gewerkt waar onderdelen voor radio en tv gemaakt werden en voor de “Nur Die” kousenfabriek waar ik de kousen op foutjes controleerde. Ik heb mijn man al op jonge leeftijd ontmoet, we zijn op Texel getrouwd en in Hagen (DL) gaan wonen. Onze oudste zoon is daar geboren. Uiteindelijk zijn we toch op Texel gaan wonen. Daar heb ik ook veel verschillende werkgevers gehad. Zo heb ik eerst bij Fa.J.J.Vonk (schildersbedrijf) gewerkt, bij de eerste biologische winkel
“De Vlier” als verkoopster, als huisschilder en op kantoor bij de Verenigde schilders  en bij de gemeente Texel waar ik met collega's alle persoonsgegevens van de eiland-bewoners in een digitaal systeem heb gezet. Daarna 15 jaar op kantoor bij Rijkswaterstaat, tot uiteindelijk Dienstkring Texel werd opgeheven. Dus allemaal nog niet zo kunstzinnig, maar ik was wel altijd bezig met tekenen en het bestuderen van kevertjes e.d.  Zo heb ik ook de poppen van draaiorgel “De Tiet” van Jan Zwan beschilderd dit orgel is later naar Amerika verkocht. Voor de Verenigde Schilders heb ik ook grote reklameborden o.a. voor Langeveld en de Rooij van letters voorzien.
Ik was één van de eerste Nederlandse vrouwelijke huisschilders. Ook dit heb ik jaren met veel plezier gedaan. Zo rond 1978 ben ik met het kunst schilderen begonnen. Ik ben begonnen met aquarel want olieverf was te duur. Ik heb kort lessen gehad van Nel Koorn-Kikkert en van Frans Voskuil. Maar ik had het ook wel in me, het zit in de genen. Mijn opa en mijn vader schilderden ook.
Leuk om te zien dat mijn kleindochter ook weer aanleg heeft. Ik ben heel lang lid geweest van TEEVA (Texels Eerste Eigen Vrije Academie) en bijna vanaf het begin van ZOUT.
Welke kunstvormen maak je?
Ik schilder, maar maak af en toe ook beelden. Heel veel creatieve dingen hebben mijn belangstelling.
Wat motiveert je om kunst te maken?
De liefde voor schoonheid, de mens en de natuur. Een paar jaar terug heb ik meegedaan aan een expositie waar het ging om de elementen. Ik had de zon uitgekozen naar aanleiding van een prachtig gedicht van Anton Chardon. Het was kort, maar zei alles:
KEUZE : ZON
Het heelal kent duizenden zonnen,
In de ruimte, in de tijd.
Ik kies voor die éne zon,
de Zon van gerechtigheid.
Dit heeft mij enorm geïnspireerd en ik wist meteen dat ik daar een schilderij bij wou maken..
Welke invloed heeft (het wonen op Texel) op je kunst?
Het licht de ruimte die je voelt en de zeelucht. Ik vind het ook heerlijk om buiten te werken zoals we nu doen met een groepje Zoutleden. Lekker buiten met elkaar aan het werk. Dat inspireert dan weer.
Wat is je favoriete eigen werk en kun je omschrijven waarom?
De portretjes van mijn kleinzoon omdat het ook het tijdsbeeld weergeeft. Ik heb er twee gemaakt. De éne is kubistischer en daar lijkt hij wat ouder. Heerlijk, zoals hij het, met de handjes op de rug, kritisch bekeek en zei “dat ben ik en dat is mijn oudere broer!”. Terwijl hij helemaal geen oudere broer heeft. Heerlijk!
Wie stel jij voor als volgende gast?
Hendrien Landeweer. Ik heb haar  leren kennen en waarderen in Iserlohn waar we een uitwisseling hadden met leden van ZOUT. Ik bewonder haar kunstuitingen in hout.
En hoe ze soms naadjes  vult met ander materiaal. Geweldig. Ik ben benieuwd wat ze te vertellen heeft.



Het volgende interview is met Hendrien Landeweer. Ze is voorgedragen door Lenie Steffen van Heerwaarden. Lenie heeft Hendrien beter leren kennen en waarderen in Iserlohn, waar een uitwisseling was met leden van Zout. Lenie bewondert haar kunstuitingen in hout en hoe ze soms naadjes vult met ander materiaal.

Ik word hartelijk ontvangen door Hendrien die enigszins gehandicapt is door een operatie aan haar voet.
Kun je iets vertellen over je achtergrond.
Ik ben geboren en getogen in Utrecht. Ik ben trouwens ook een beetje op Texel getogen, want daar waren we iedere zomer zo’n 6 weken. Ik was al vroeg bezig met het maken van dingen. Niet naar voorbeeld, maar uit het hoofd. Al heel vroeg ging mijn voorkeur uit naar minimalistisch werk, niet meetkundig strak. De vloeiende lijnen zaten er meteen in. Ik heb een paar jaar gymnasium gedaan en ging daarna naar het atheneum. Daar was veel reuring. In 1969 hebben we de school bezet om tot een leerlingenparlement te komen. Het was een heel bijzondere school. Daarna wou ik naar de kunstacademie, maar daar zag mijn vader geen heil in. Toen ben ik nog een blauwe maandag naar de universiteit geweest. Maar ik voerde daar weinig uit en toen draaide mijn vader de geldkraan dicht. Ik heb daarna verschillende baantjes gehad en heb tot 1985 in de automatisering gewerkt. Daar heb ik goed verdiend en flink kunnen sparen. Daarna ben ik toch nog naar de kunstacademie gegaan. Dit heb ik niet afgemaakt omdat ik er geen beeldhouwer kon worden. Daarna ben ik naar de vrije academie gegaan en nam deel aan een kunstenaars collectief. Hoewel ik ook geschilderd heb, grafisch werk heb gemaakt en met papier en textiel heb gewerkt, moest en zou ik beelden maken. In 2003 hebben we een vakantiehuis op Texel gekocht dat we in de zomer verhuurden. In de winter had ik daar mijn atelier. Ik was één van de eerste leden van Zout.
Welke kunstvormen maak je?
Mijn kunstvorm is beelden in 3D, vooral in hout en steen, eventueel gecombineerd met andere materialen zoals brons of zilvertin.
Wat motiveert je om kunst te maken?
Mijn motivatie is de urgentie om het te maken. Ik heb een idee en dan moet ik het maken. Ik ga uit van een concept en dan zoek ik er een volume bij. Dus, hout of steen waar het uit kan. Dan kom ik tijdens het werken soms voor verrassingen te staan. Bijvoorbeeld een luchtbel of kleurverandering. Dan kijk ik of ik het plan aan moet passen of dat het een andere manier wordt dan ik voor ogen had. Als het om een noest, kleur of gat gaat waar ik het niet wou, dan verander ik het plan. Dat geeft extra uitdagingen.
Welke invloed heeft (het wonen op) Texel op je kunst?
Het is voor mij makkelijker om me te focussen, om in de flow te komen. In het westen heb je veel afleiding, veel verkeer, veel lawaai. Als ik op mijn fiets naar en van mijn atelier ga en ik rij over de Hoge Berg, dan kan ik me ontspannen. Alles waait als het ware uit mijn hoofd. Ik blijf tevens in mijn focus en kan goed nadenken onderweg. Blijf dan beter geconcentreerd, daardoor komen de ideeën makkelijker. Ik ben hier ook weer gaan dichten.
Wat is je favoriete eigen werk en kun je omschrijven waarom?
“Vleugels van de vrijheid”. Ze zijn verkocht, maar daar heb ik stiekem een beetje spijt van. Het hout komt van een dierbare plek in de Ardèche. Normaal gesproken is mijn werk mijn kindje tot ze klaar zijn om de wereld in te gaan. Maar dit werk mis ik wel een beetje. Ik werk nooit met hout van het strand of uit het bos. Maar bijvoorbeeld wel uit de boomgaard van Jaap Dros. Maar ik werk ook met inlands hout, of hout uit Sauerland of Frankrijk. Tropisch hardhout gebruik ik niet.
Wie stel jij voor als volgende gast?
Magda Brommersma. Ik ken haar al sinds 1979. Magda is altijd positief en kleurrijk. Haar werk is zo tegenovergesteld als die van mij en dat fascineert mij. Dat van mij is minimalistisch en ingetogen , zij precies andersom. We zingen samen chansons, het is een goede vriendin.





Het interview dat je nu leest is van een kleurrijk persoon, één van de redenen waarom ze voor dit gesprek gekozen is door Hendrien Landeweer. Over wie kunnen we het dan anders hebben dan over Magda Brommersma- Willemsen. Een hartelijke, kleurrijke, en zoals ze zelf zegt, “chaotisch gestructureerde ” persoonlijkheid.
Veel leesplezier gewenst.
Kun je iets vertellen over je achtergrond.
Ben opgegroeid op een boerderij in de Betuwe en ben de oudste van 5 kinderen. Heb een fantastische jeugd gehad in een warm gezin en midden in de natuur tussen de tuinders en de boerderijen opgegroeid. Met mijn vader naar het land, waar de zwanenbloemen in de sloot groeiden en waar de klaproos, de korenbloem en de margriet tussen het koren bloeiden. En leerde zo ook het onkruid kennen. Zat ook op de tractor bij hooi of stro opsteken, aardappels rapen en op de aardappelpootmachine. Ja gewoon meewerken. Helemaal niet erg. Leuk zelfs. Handen laten wapperen.
Mijn moeder had een zeer creatieve geest. Ze speelde fantastisch piano, ze speelde toneel en zong en wij zondags rondom de piano meezingen, maar zij wilde in haar tijd naar de Kunstacademie in Arnhem, maar ja dat mocht niet. Geen toekomst.
Bij ons thuis, voor in de stal van de koeien was een soort werkblad, de kisten waarin de koeken voor de koeien bewaard werden. Lekker warm tussen de herkauwende koeien. Daar waren we dan ’s winters bezig met klei, die we gewoon achter op het erf uit de karresporen haalden. Ik ben in Huissen geboren, tussen de Rijn en de Waal, tussen Arnhem en Nijmegen. Daar was goeie vette klei te vinden.  De mooiste creaties maakten we. Een familielid had een glasfabriek in Arnhem en mijn moeder haalde de afval en daarvan maakten we mozaïeken van glas. We schilderden, we maakten kerststukken enz. Zo schilderde ze ook altijd met haar kleindochter Marieke. Kom uit een creatieve muzikale familie. Het zingen was er ook altijd. Onder de afwas stonden we al spontaan driestemmig te zingen. Maar ook in de kerk in een cantorij, de liederen van Huub Oosterhuis in te studeren. Het zingen is nog altijd, naast het schilderen een grote passie. Mijn musical verleden, het kostuum ontwerpen en maken, en nog vele andere muzikale projecten hier op Texel en nu de Franse Chansons, waar ik ook al een aantal jaren mee bezig ben, het geeft me veel energie en voldoening om het te delen met mijn publiek.
Ging naar de MMS in Arnhem en daarna Schoevers, waar ik dagelijks op de fiets naar toe ging, 22 km per dag op en neer. Inmiddels had ik Walter op Texel leren kennen. Walter studeerde in Utrecht rechten en ik ging mee en woonde met een paar dames op kamers in Utrecht. Hij in die tijd in meerdere studentenhuizen.
Werkte jaren als gastvrouw bij Douwe Egberts en runde het reisbureau. Kende iedereen van hoog tot laag en zij mij. Een echt familiebedrijf toen. Een heerlijke onbezorgde tijd met vrienden en familie die allemaal studeerden in Utrecht. Door de baan van Walter zijn we in 10 jaar tijd vijf keer verhuisd, maar waren we ook twee prachtige dochters rijker, Ilse en Marieke. In 1980 kwamen we op Texel wonen. Walter was trouwens een echte Texelaar en zijn moeder ook. Ik kwam als kind van 6 in de jaren ‘50 al hier, omdat familie van mij op het eiland woonde.
Overigens was Walter de eerste, die altijd zijn mening over het schilderij mocht geven. Dit mis ik nu enorm, nu hij er niet meer is, na 54 jaar samen te zijn geweest. Maar natuurlijk, toen en nu zijn het onze dochters Ilse en Marieke, degenen die het eerst opbouwend, kritisch hun mening geven en dat is heel fijn. Inmiddels staan er ook heel veel doeken van onze 4 kleinkinderen in het atelier.
Welke kunstvormen maak je?
Schilder met acryl. Liefst grote doeken. En vooral niet zuinig met de verf.
In het voorjaar van 2003 starten we drie grote verbouwingen.
Het was afbreken en weer opbouwen, met alles tegelijk bezig. In een jaar tijd is er heel veel werk verricht. Ineens besefte ik me dat ik de creativiteit miste.  Ik ben meteen op les gegaan (dat kon er nog wel bij), bij Kees Doolaard en Elly Kroon in den Helder. Ik heb daar ongeveer 5 jaar lessen gevolgd. Op een gegeven moment kwamen er mensen achter mij staan die me vroegen hoe ik het toch deed. Dat wist ik niet, het komt uit mezelf. Niet vanzelf, want het is altijd een gevecht. Dat vind ik ook het moeilijke van een opdracht. Soms doe ik het, maar ik vind het lastig. Er wordt dan iets van je verwacht en dan is mijn vrije geest weg. Ik moet iets en ik moet niks. Ik zal nooit iets naschilderen, maar ik laat me wel inspireren door kleurgebruik en vormgeving. En dan ga ik los. Het ontstaat spontaan. Een thema voor een expositie vind ik wel een uitdaging. Ik werk nooit of weinig met water, het is pure verf en meestal met mes. Nu werk ik altijd in alle rust in mijn eigen atelier. Ik heb in de loop der jaren mijn eigen stijl ontwikkeld.
Wat motiveert je om kunst te maken?
Het helemaal weg zijn in mijn eigen atelier. Mijn ding doen, vrijheid, creëren.  Houtkachel aan en een heerlijk frans muziekje op. De natuur heeft me altijd geïnspireerd. De klaproos schilder ik graag en blijft voor mij een prachtig symbool van leven en dood. Uit de eerste wereldoorlog in Engeland werden graven gedolven en op die aarde groeiden klaprozen. Het zaad kan wel 100 jaar oud worden. Het ligt er en ontvangt warmte. Het is zo’n mooi symbool. Heerlijk om te schilderen. Ik hoor van mensen vaak dat ze zo vrolijk worden van mijn werk. Dat is een groot compliment.
Welke invloed heeft (het wonen op Texel) op je kunst?
Ik hou zo van het platteland en het strandleven, de uitgestrektheid, de mensen, van hoe we met elkaar omgaan. Je hebt elkaar altijd nodig. Het is een warme deken. De natuur is elke dag anders. Het licht, de regen, de storm, de luchten en de zee en de vrijheid. Dit inspireert mij.
Wat is je favoriete eigen werk en kun je omschrijven waarom?
Dat zijn er meerdere, maar deze met de paarden en de jockeys roept bij mij veel herinneringen op aan vroeger. Hoe mijn opa vroeger naar de paardenraces keek in Duindigt op tv het was altijd spannend als er op het laatst nog een paard naar voren kwam en won. De tranen liepen dan over zijn wangen van emotie. Dit ervoer ik 40 jaar geleden in Dubai, toen het nog enigszins oorspronkelijk was. Mijn neef werkte daar voor de sjeik in de paardenwereld. Elk jaar in januari zijn daar ook paardenraces net zoals in Engeland De Ascot-races (Ook met hoeden en mooie jurken en toeters en bellen) dat lag mij wel.
Toen “zijn”   paard onverwacht van achteren naar voren stormde. Wat er dan met het publiek gebeurt in die zinderende warmte tussen licht en donker, die sensatie, bloedstollend, kippenvel, tranen trekkend. Dat overkwam mij dus ook. Zo’n ontlading.
De warme band die zowel mijn opa als mijn moeder hadden met hun paarden. En dit weer overdroeg aan ons.  En ook aan mijn dochter Ilse en mijn kleindochter Evelijne.  Als Ilse vroeger thuiskwam en mijn moeder was hier, dan stonden de hindernissen al klaar. Las de dressuur proef voor en corrigeerde haar. Geweldig.
Voor mij sloeg het een generatie over, want in de jaren ‘50/’60 kwamen de tractoren op de boerderij.
Kom ik weer bij dat warme nest terecht. Iedereen altijd welkom en allemaal mee eten en slapen, zo ook bij ons thuis op de boerderij. Er was altijd wel een aanleiding om iets te vieren. Alles kon. Er was altijd genoeg.
De bloeiende kersenbomen(hoogstam) in de bongerd, daar liepen ook de pony’s en de paarden, en de kist kersen die elke zondag op tafel kwam en leeg moest, het slachten bij opa en oma en bij ons thuis, de dampende pannen, de heerlijke biefstuk, de smoutappels de balkenbrij, de mooie herinneringen aan vroeger, waar het een beestenboel was met allerlei soorten pluimvee, honden, katten, geiten en schapen.  De pony die drachtig was en s’ morgens vroeg bij mijn vader en moeder op de opkamer/slaapkamer werd afgeleverd voor de kleinkinderen door mijn opa. Hij had humor. Altijd buiten de lijntjes kleuren., heerlijk. (Hij tekende overigens ook.)
Wij moesten dan het veulentje opvoeden en later werd die dan verkocht en wij de centjes in de spaarpot.
Zo zijn er zoveel dierbare herinneringen uit mijn jeugd. Dit is altijd ergens terug te vinden in mijn schilderijen.
Wie stel jij voor als volgende gast?
Ulrike Reska., een hartelijke warme veelzijdige dame. Zij werkt zo heel anders dan ik. Zij is keramiste, werkt met wol en vele andere materialen, haar kleurgebruik is het tegenovergestelde van mij. We gaan binnenkort eens een paar dagen samen werken, waarin we elkaars werk proberen over te nemen. Dus zij heel kleurrijk en ik de grijs/wit/zwarte tinten. Dat wordt nog een hele uitdaging. Wij exposeren dit jaar samen met mijn dochter Marieke in de maand augustus in de Hoeksteen in Den Hoorn.



Het bestuur heeft het initiatief genomen een bezoekje bij een lid, kunstenaar, van de vereniging te brengen. 

Dit interview was nog wel even een dingetje. Ulrike Reska is gekozen door Magda omdat ze haar een hartelijke,   warme en veelzijdige vrouw vindt.                    De tegenstellingen in elkaars werk, zeker in de kleurstelling boeit haar zeer.
Maar omdat Uli Duitse is vond het gesprek in het Duits plaats. Dus maakte ik aantekeningen in het
Duits/Nederlands en moest hier de ware intentie uithalen. Maar samen zijn we eruit gekomen. Hieronder leest u haar boeiende verhaal.

 

Kun je iets vertellen over je achtergrond.

Ik ben de jongste van 5 kinderen. Mijn ouders hadden een tuiniersbedrijf. Ik had een zeer creatieve vader en een broer is kunstenaar. Creativiteit heeft derhalve een grote rol gespeeld in mijn jeugd. Mijn moeder was ook druk in het bedrijf en vond dat ik maar een “schoon” beroep moest kiezen. 

Ik ben na mijn opleiding op een socialeverzekeringsbank gaan werken, waar ik zaken van klanten behandelde, maar dat heeft niet lang geduurd.
Ik kreeg twee dochters waar ik druk mee was, maar kon me toen ook weer met creativiteit bezig houden. Ik ben een keramistenopleiding gaan volgen, heb bij bedrijven gewerkt die handwerk maakten en ben daarna met een eigen atelier begonnen. Dit was zeer succesvol. Ik verwerkte per jaar een ton klei. Veel schalen, potten, borden, mokken, maar ook sculpturen. Een atelier aan huis was handig toen de kinderen klein waren.
In 1999 heb ik de kunstacademie in Remscheid gedaan. Ik werd lerares voor muziek en kunstscholen. Daar heb ik een concept ontwikkeld voor de lagere scholen, bijvoorbeeld muziek in combinatie met verven op muziek. Ik heb dit 7 jaar met veel plezier gedaan. Ik deed dit naast mijn eigen atelier waar ik exposities, workshops, zoals raku stoken enz. deed.
Na deze (school)tijd deed ik mijn eigen projecten en atelier. De pottenbakkerij liep zeer goed. Ik had ook vaak jongelui aan het werk, bijvoorbeeld ook een Japanse. Dit leverde mij weer opdrachten op voor het maken van porceleinen kopjes voor theeceremoniën in Japan.
In die tijd ben ik ook bij Zout gegaan.


Welke kunstvormen maak je?
Het is tegenwoordig een potpourri van vele materialen. Klei heb ik omgewisseld voor wol, papier, hout en alles wat maar voor handen komt. 

Soms schilder ik ook. Het werken met klei is helaas te zwaar voor mij geworden., maar ik heb er andere mooie materialen voor terug gevonden. 

Ik gooi niks weg, overal is wel wat moois van te maken.
Ik heb hierin ook weer mooie projecten in ontwikkeld. Zo heb ik eens in een kunst cultuurnacht een ijssculptuur gemaakt. Ik had 2000 (melk) pakken met water gevuld en ingevroren. Daar heb ik met meerdere mensen een sculptuur van gebouwd, vuur eronder en toen ging het branden en smelten. 

De sculptuur veranderde ieder uur van vorm en kleur.

Of leraressen van een school gemobiliseerd en met hun een eigen theaterstuk voor kinderen gemaakt. Hierin was
alles omgedraaid, dus geen tanden poetsen voor het naar bed gaan, geen enge monsters onder het bed, maar lieve
mensen. Het werd zo’n succes dat we het voor alle scholen op mochten voeren.
Thuis organiseerde ik exposities met collega kunstenaars. Er kwamen maar liefst 300 bezoekers naar ons toe.
Geweldig om dit te doen.


Wat motiveert je om kunst te maken?
Het komt uit mijn innerlijk. Ik hou van mooie dingen maken, zie overal iets in. Ik ben dan ook altijd bezig.


Welke invloed heeft Texel op je kunst?
Texel, ja, dat motiveert mij. En dan vooral de prachtige schapen met hun mooie wol. Die vind ik indrukwekkend.
Van de wol kun je weer zoveel maken. Kijk hier, de kleden, kussens, tapijten, vissen, alles gemaakt van Texelse
wol. In Duitsland heb ik een tapijt gemaakt van het vakwerk, zoals onze huizen vaak gebouwd zijn. Ik zie het al
helemaal voor me om bijvoorbeeld bij de Krim een grote beurs te organiseren waarbij Texel en Remscheid met
elkaar verbonden worden. Alles kan, tassen, laarzen, kussens, schapen die er rondlopen en dit in samenwerking
met wol producenten. Geweldig toch?


Wat is je favoriete eigen werk en kun je omschrijven waarom?
De handen van mijn man. Die heb ik uit mijn hoofd gemaakt van klei. Toen het klaar was, was het precies goed,
het klopte, het zijn zijn handen.
.
Wie stel jij voor als volgende gast?
Ruurd Dasselaar. Het werk van Ruurd spreekt mij aan en hij is een goede gesprekspartner.